Gitaardocent Wietze Koning: “99% zit in de vingers”

1 november 2022

“Veel talent of niet, je kunt op de gitaar snel een paar liedjes spelen.” Atrium-muziekdocent Wietze Koning snapt de aantrekkingskracht van zijn instrument. Maar na de steile leercurve volgt de grote uitdaging. “Je zult net als bij andere instrumenten veel moeten oefenen om écht goed te worden. Spelen in een band kan daarbij helpen.”

Bij Atrium zijn er lessen akoestische en elektrische gitaar. “Twee verschillende disciplines”, zegt Wietze, die al jaren lessen mét en zonder versterker geeft. “Bij akoestisch ga je vaak de klassieke kant op, elektrisch is meer pop-gitaar. Het is een misverstand dat je eerst akoestische lessen moet volgen voordat je de elektrische gitaar kunt bespelen. Vroeger was die volgorde gebruikelijk omdat een akoestische gitaar goedkoper was en er weinig lessen elektrische gitaar werden aangeboden.”

De akoestische gitaar vormt sowieso een goede basis volgens Wietze. “Hij is natuurlijk ook praktisch; je kunt overal spelen en niemand heeft er last van. In de elektrische gitaarlessen bij Atrium is er kruisbestuiving. Zo besteden we aandacht aan klankvorming, een belangrijk aspect bij elektrische maar zeker ook akoestische gitaar. Vind je eigen geluid. Uiteindelijk zit 99% daarvan in je vingers.”

De vonk sloeg bij Wietze over toen hij 10 jaar was. “Mijn broer had een elektrische gitaar en toen hij een keer niet thuis was raakte ik even de onderste snaar aan. Het geluid ging door merg en been. Geweldig.” Wietze ging op les en werd in zijn tienerjaren muzikaal gevormd. “Ik was fan van Eddie van Halen, maar dankzij vrienden waar ik dagelijks muziek mee maakte en naar lp’s luisterde, kwam ik in aanraking met jazz en blues.” Na het het conservatorium werd Wietze docent. “Ik vind het erg leuk om anderen iets te leren en leerlingen beter te zien worden. Daarnaast ben ik blijven optreden. Zo zit ik al jaren in de rockband VanderLinde. Je leert zoveel van spelen met anderen en optreden, ik raad het leerlingen altijd aan.”

Dit artikel verscheen in oktober in GrootSneek en GrootBolsward.